Hendrik van den Bout

Hendrik van den Bout grondlegger van dit bedrijf verhuisde op 50 jarige leeftijd in januari 1863 van Hardinxveld naar Lent aan de Waal waar hij kansen zag in het winnen en vervoeren van grind.

In 1865 koopt hij daarvoor een grindmolen type Luikenaar van 25x4.60 met een 14 pk stoommachine. In 1868 besteld hij met compagnon J.A. van Tienhoven een sleepboot. Vanaf 1870 verwerft hij een concessie voor het slepen op alle rivieren en kanalen in Nederland. Hij was tevens eigenaar van de Nijmeegsche Sleepdienst. In de periode van 1872 tot 1876 koopt hij nog 6 sleepboten en 4 grindbaggermolens en start een smederij en reperatiewerkplaats in Nijmegen alwaar het bedrijf zich vestigt.

In 1841 is hij gehuwd met Jannetje Kamsteeg, die weduwe was van W. den Breejen en twee zonen uit dat huwelijk meebracht t.w.:Jan geboren in 1837 en Teunis in 1839.           In 1842 wordt hun dochter Stijntje geboren.

In 1892 draagt hij zijn bedrijf over aan (stief)kinderen en mede firmanten.

Jan was al voor zichzelf begonnen en diens bedrijf wordt in 1911 overgenomen door R.N. Swets, die met zijn kleindochter is getrouwd

Teunis, inmiddels ook al eigenaar van een eigen baggermolen, neemt op verzoek van zijn stiefvader Hendrik de achternaam Den Breejen van den Bout aan en zet het bedrijf     voort onder T. den Breejen van den Bout. Hij neemt van zijn stiefvader 2 grindmolens over en naast het grindbaggeren richt het bedrijf zich vanaf 1900 ook op de utiliteitsbouw. Wanneer in 1915 Teunis overlijdt neemt zijn zoon Hendrik den Breejen van den Bout de leiding over. 

Dochter Stijntje en haar man J.W.R. Raadman nemen 1 molen over en herdopen deze in Raadman I, die in 1912 wordt overgenomen door R.N. Swets.

Mede firmant/schoonzoon? A.J. Vermeulen neemt 2 molens over en na diens overlijden in 1905 worden die molens eigendom van J.L. Struikdalm, een zwager van Teunis den Breejen. Struikdalm neemt in 1917 de aandelen en exploitatie van het grindgat De Bijland N.V. over van Van Rietschoten.

Zie in Dredgepoint ook Breejenbout, Jan den Breejen, Teunis den Breejen.